Puglia, Torre Alta in het uiterste zuidoosten van Italië, is een warme en vruchtbare streek. Hier teelt men van alles, van citrusvruchten, olijven en tabak tot druiven. Die druiven moeten dan wel bestand zijn tegen de hitte, en daarom blinkt Puglia vooral uit in rode wijnen. De laatste decennia zijn er grote kwaliteitssprongen gemaakt. Waar men vroeger, net als op Sicilië, enorme oogsten binnenhaalde die véél matige wijn opleverden, worden nu steeds betere wijnen gemaakt van inheemse druiven als Primitivo, Negroamaro en Malvasia Nera.
De druiven ondergaan een traditionele, langzame vinificatie op een temperatuur van circa 25 graden. Na vier maanden rust op vat wordt de wijn gebotteld.
De wijn heeft een dieprode kleur en een warme, peperige geur van rijp rood fruit. De smaak is verrassend vol, met een frisse ondertoon en een zijdezachte afdronk.